Vervulling van de leegte van de ziel

Over religie en pseudoreligie
 

We moeten niet onderschatten dat we een bezielde ruimte nodig hebben om in te leven.

Haroon Sheikh, Embedding Technopolis, Turning modernity into a home

 

De redactie van De Vrijdenker heeft ons uitgenodigd te schrijven over de behoefte aan geloven in een tijd van ‘onstuitbare ontkerkelijking’. Ze schrijft: ‘Veel mensen denken tegenwoordig dat ze niet geloven, terwijl ze dat wel doen. De onstuitbare ontkerkelijking betekent dan ook niet zonder meer een afname van geloof. De leegte van zielen wordt gevuld met allerlei pseudoreligie, die zich vaak hult in het gewaad van wetenschap. Het duidelijkste voorbeeld is de antroposofie, de leer van Rudolf Steiner (1881-1925).’ (De Vrijdenker, augustus 2017) Hiermee neemt de redactie aan dat ontkerkelijking tot pseudoreligieuze stromingen leidt, en dat pseudoreligie blijkbaar iets anders is dan ‘echte’ of ‘ware’ religie. Onderstaand een poging deze aannames nader te onderbouwen.

 

Religie

Om het begrip pseudoreligie te kunnen onderscheiden van het begrip ‘echte’ of ‘ware’ religie, lijkt het me nuttig eerst aan te geven wat we onder religie moeten verstaan. Laat ik de meest algemene definitie van religie geven die ook rekening houdt met de etymologie van dat begrip, namelijk: religare = verbinden. Religie houdt het besef levend dat we (a) deel zijn van een groter geheel en (b) dat ze ons verbindt met andere mensen, met andere levende wezens (de natuur) en met de generaties voor en na ons.
  
Bij a. Dat we verlangen deel te zijn van een groter geheel, houdt onder andere in dat we als individu afgescheiden zijn van dat geheel (we zijn een deel), maar dat we een sterk verlangen hebben er deel aan te nemen, dat we opgenomen worden in het geheel. Welke dimensies en kwaliteiten dat geheel bevat, is iets wat religies verschillend invullen en wat ze dan ook onderling doet verschillen. Die invulling van dat geheel noemen we de heilsleer van de betreffende religie. Met die invulling vormt de specifieke heilsleer van een religie de brug die geslagen moet worden tussen de mens in deze wereld van aardse beslommeringen en de ‘andere’ wereld waarin verlossing eruit bestaat op te gaan in een groter geheel. Voor het christendom vormt de heilsleer de Bijbelse boodschap van de verlossing van de mens uit de (erfelijke) staat van zijn of haar zondigheid door het lijden en de dood van Christus. Bij de boeddhisten is de heilsleer door Boeddha omschreven als de kennis van de ‘vier nobele waarheden’ en het volgen van het ‘edele achtvoudige pad’, die samen tot verlichting leiden. In de Koran heeft de profeet Mohammed beschreven hoe de gelovige moslim moet leven om in het paradijs te komen na zijn of haar dood. Voor alle religies geldt dat de dimensie van het geheel van goddelijke, geestelijke en/of kosmische aard is, dat de kwaliteit ervan kan verschillen van het boeddhistische nirwana tot het zinnenstrelende paradijs van de islam, en dat de scheiding tussen de geestelijke en de stoffelijke wereld absoluut is.
  
Bij b. Door deel te nemen aan een groter geheel zijn we tegelijkertijd verbonden met andere mensen en met alles wat ons omringt. Dit deelnemen lukt alleen als we ons onderwerpen aan de wetten en regels die ons door de respectievelijke heilsleren worden opgelegd. Deze wetten en regels drukken zich vooral uit in de rituelen van de religieuze praktijk, die tot culturele gewoonten en opvattingen leiden. Wie zich niet houdt aan de wetten en regels wordt sancties opgelegd die in het ergste geval kunnen leiden tot excommunicatie, verbanning of zelfs de doodstraf. Zij die de wetten en de regels streng in acht nemen, streven naar heiligheid en zuiverheid om zo zeker te zijn van het heil van de verlossing in de ‘andere’ wereld. Meestal vormt zich een priesterkaste die bemiddelend optreedt tussen de ‘andere’ wereld van de geestelijke machten en de ‘gewone’ wereld van de alledaagsheid. Alle religies nemen dan ook aan dat er achter de alledaagsheid een hogere werkelijkheid schuilgaat die de ware werkelijkheid is. We zouden dit nu het absolute dualisme van stof en geest noemen, waarbij de stof de verschijnende en de geest de ware werkelijkheid is.

 

Pseudoreligie

Kernzaken van iedere ‘echte’ of ‘ware’ religie zijn dus:

a. de absolute scheiding van een ‘ware’ of geestelijke wereld en een schijn- of stoffelijke wereld;

b. de mens leeft op het breukvlak van deze twee werelden en voelt zich daar onbehagelijk bij – de eerdergenoemde leegte van de ziel;

c. door zich te houden aan de wetten en regels van de heilsleer, verlost de mens zich van deze double bind en wordt na zijn of haar dood in de ‘ware’ wereld opgenomen.
   Onder invloed van de Verlichting en de daaruit voortkomende wetenschappelijke inzichten is er in het Westen een secularisatie op gang gekomen. Daarbij zijn de waarde en betekenis van een bovennatuurlijke of geestelijke wereld sterk gerelativeerd en is het accent van de aandacht vooral op de ons verschijnende wereld komen te liggen. Dat wil echter niet zeggen dat daarmee het mentale onbehagen of de leegte van de ziel bij het individu is opgeheven of vervuld; integendeel zelfs. Dit mentale onbehagen is weliswaar de motor geworden van ons productief en consumptief gedrag en heeft ons veel welvaart gebracht, maar de breuk tussen de ‘ware’ en de schijnwerkelijkheid is daarmee niet opgeheven. We blijven ons bewust van de tijdelijkheid van de verschijnende wereld en dit bewustzijn is niet te vervullen met welke materiële middelen dan ook. Dus zoeken wij naar antwoorden op de vragen die dit bewustzijn ons stelt. Die antwoorden kunnen wij vinden in de vele ideologieën, levensbeschouwingen en ja – pseudoreligies die zich in de loop van de tijd na de Verlichting hebben gevormd. Het grote verschil tussen de ‘ware’ religies uit het verleden en de pseudoreligies van onze tijd ligt vooral in de dimensie van de twee werelden. De ‘ware’ religies brengen een absolute scheiding aan tussen deze twee werelden, terwijl voor de pseudoreligies deze scheiding relatief, of beter transitief is.
   Dit onderscheid is goed aan te tonen als we kijken naar de antroposofie van Rudolf Steiner. Ook deze heilsleer gaat ervan uit dat achter de materiële of verschijnende wereld een geestelijke of wezenlijke wereld schuilgaat. Volgens Steiner zijn wij die geestelijke wereld de afgelopen tijd in onze ontwikkeling op materieel gebied uit het oog verloren en moeten we ons daar opnieuw op richten. De antroposofie wil onze vermogens om bij de spirituele kant van de werkelijkheid te komen vergroten en daarin de weg wijzen. Wij zijn dus in staat hier en nu de ‘ware’ werkelijkheid te ontdekken en daarmee ons mentaal onbehagen (de leegte van de ziel) op te heffen. De scheiding tussen de geestelijke en de stoffelijke wereld is in de antroposofie echter relatief. We hoeven volgens de antroposofie dus niet te wachten op onze dood om in de geestelijke wereld opgenomen te worden. Ook voor alle andere huidige pseudoreligies geldt dat het heil hier op aarde te verwezenlijken valt, omdat het onderscheid tussen geest en stof relatief is.
   Volgens Pew Research Center heeft Nederland in 2050 een andere religieuze meerderheid dan in 2010. Niet langer een christelijke, maar een ongebonden meerderheid. Volgens Pew behoren de ongebondenen tot een religieuze groep. Pastafarisme, kopimisme, wicca of neo-paganisme, Miracle of Love, satanisme, spiritualisme, secularisme, atheïsme, humanisme, agnosticisme, vrijzinnigheid, nihilisme en nog veel meer worden als ongebonden religies beschouwd. (Zie: georgeknight.wordpress.com.) Al deze zogenoemde ongebonden religies vallen wat mij betreft onder de noemer pseudoreligie, omdat ze alle voldoen aan de bovengenoemde criteria ervan.

 

Ideologie

Met bovenstaande analyse van het onderscheid tussen religie en pseudoreligie heb ik, naar ik aanneem, genoegzaam aangetoond dat dit onderscheid reëel gemaakt kan worden. Het ligt voor de hand dat het voorkomen en de groei van dergelijke ongebonden of pseudoreligies een gevolg zijn van de opkomst van de secularisatie die zich vanaf de Verlichting in het Westen heeft ontwikkeld. Immers, de relativering van de scheiding tussen de spirituele en de materiële wereld is een kenmerk van secularisatie. Geen ‘ware’ of ‘echte’ religie heeft ooit onder invloed van de Verlichting haar beeldvorming van de ‘andere’ wereld en haar heilsleer wezenlijk veranderd. Voor het protestantisme, dat aan de bron van de Verlichting heeft gestaan, zou nog een kanttekening geplaatst kunnen worden. Deze leer kent het individu namelijk een intrinsieke waarde toe in relatie tot zijn of haar heil en tot God. Maar Calvijn trok de scheidslijn tussen beide werelden scherp door te stellen dat de mens weliswaar wikt, maar God uiteindelijk beschikt.   
   Nu kan de vraag gesteld worden of de vele vormen van ideologieën die zich na de Verlichting hebben ontwikkeld (liberalisme, socialisme, communisme, fascisme, populisme, et cetera), ook onder de pseudoreligies gerangschikt kunnen worden. Wanneer deze ideologieën voldoen aan de criteria van de pseudoreligies, zou ik daar geen moeite mee hebben. Die criteria luiden:

  • Er moet een wereldbeeld gevormd zijn waarin het individu deel kan uitmaken van een groter geheel en zo zijn of haar eigen begrenzing kan overstijgen.

  • De scheiding tussen de materiële en de spirituele wereld moet relatief of beter transitief zijn.

  • Er moet een heilsleer geformuleerd zijn die de richting aangeeft hoe door het individu het heil van het groter geheel gerealiseerd kan worden.

  • In die heilsleer moeten wetten en regels opgesteld zijn die het gedrag van het individu nader bepalen, zodat het weet wat goed en wat fout is.

  • Er moet zich een geestelijke of intellectuele elite gevormd hebben die in staat is aan te geven of de heilsleer ook op een juiste wijze wordt geïnterpreteerd en gepraktiseerd.

Het lijkt me niet moeilijk aan te tonen dat het socialisme, communisme, fascisme en populisme in meer of mindere mate voldoen aan genoemde criteria. Ze hebben een ideologisch wereldbeeld gevormd waarin een betere werkelijkheid voor de mens voorgespiegeld wordt, ze hebben een theorie die als een uitgesproken heilsleer dient en die richting geeft aan het handelen van het individu, en ze hebben een (partij)elite van leiders en theoretici die de leer hebben geformuleerd en toezicht houden op de naleving ervan. Deze sociale ideologieën kan ik dus gevoeglijk scharen onder de kop pseudoreligie, met als nadere toevoeging: seculier. Voor hen is namelijk de scheiding tussen de alledaagse en de ideale werkelijkheid weliswaar reëel maar relatief.[1]

 

Sciëntisme

Maar hoe zit het met het liberalisme, kunnen we dat ook onder de seculiere pseudoreligies scharen? Deze sociale ideologie heeft weliswaar duidelijke voormannen die de liberale leer als het heil der mensheid propageren, maar deze leer is puur materialistisch, zodat toch moeilijk aan het criterium van de scheiding van twee werelden voldaan wordt. Maar schijn bedriegt, ook deze leer gaat uit van een dubbele werkelijkheid die met behulp van de wetenschappelijke methode onderzocht kan worden en die tot waarheidsclaims leidt. In ‘Bootcamp waarheidstraining’ (De Vrijdenker, juli 2017) stelt de liberaal Floris van den Berg dat om kritisch te kunnen denken, wij de onderscheiding van Kant moeten aanhouden tussen de noumenale en de fenomenale wereld. De noumenale (of geestelijke) wereld is de wereld zoals die op zichzelf, an sich, is en die wij ook nooit zullen leren kennen. De fenomenale wereld is de wereld zoals die ons verschijnt middels de zintuigen, en die wij leren kennen en waarvan wij een beeld vormen middels onze kenvermogens. Volgens Van den Berg is de wetenschap de beste methode die wij als mens hebben om de fenomenale wereld te leren kennen. ‘De beste kans om tot een waarachtig beeld van de wereld te komen is via de wetenschappelijke methode,’ schrijft hij. (Cursivering van mij, FT) Met andere woorden, alleen de wetenschap is in staat ware kennis op te doen van de wereld om ons heen. Vanwaar deze waarheidsclaim? Dat vertelt Van den Berg ons niet, het wordt als een leerstelling geponeerd. Kant noch Van den Berg is echter in staat vanuit de zintuiglijke waarneming en/of de methodisch-wetenschappelijke denkgang evidence-based tot de waarheid te komen dat er achter de verschijnende wereld nog een andere wereld verborgen ligt. Van den Berg noemt in zijn artikel een dergelijke overtuiging zelfs een irrationeel geloof dat in de filosofie metafysica genoemd wordt. Toch is zijn zogenaamd critical thinking op dit irrationele geloof gebaseerd. We noemen een dergelijke overtuiging sciëntisme, volgens Wikipedia de ideologie die van de beoefening van de (positivistisch opgevatte) wetenschap de oplossing van alle problemen verwacht. De natuurwetenschap is daarbij superieur aan alle andere interpretaties van het leven (filosofie, religie, intuïtieve kennis, alledaagse wijsheid, enzovoorts), en aan de andere takken van de wetenschap, zoals de menswetenschap (psychologie, sociologie, economie, enzovoorts).

   Wanneer we de waarheidsclaim van het sciëntisme serieus nemen, dan moeten we vanuit de praktijk van de wetenschap zelf concluderen dat deze claim zich beperkt tot de zich regelmatig herhalende processen en patronen in de natuurlijke en culturele werkelijkheid. Ofwel, de wetenschappelijke kennis focust zich op de mechanische, causaal gerelateerde processen die technologisch hanteerbaar en sociaal nuttig te maken zijn. Zodra processen zich interactief gaan gedragen, zijn ze voor de wetenschap niet meer kenbaar en voor de techniek niet meer hanteerbaar. Vandaar dat de wetenschap alleen zogenoemde geobjectiveerde kennis kan verwerven. Alle andere vormen van kennis zullen we moeten opdoen vanuit andere bronnen van ons kenvermogen: filosofie, geloof, intuïtieve kennis, kennis op basis van alledaagse (werk)ervaring, en niet te vergeten: fantasie of voorstellingsvermogen. Zonder dat laatste heeft zelfs de wetenschap geen poot om op te staan, want wat voor voorstellingsvermogen heb je niet nodig om een wereld achter de verschijnende wereld te vermoeden?

 

Al met al kan ik om de volgende redenen stellen dat het sciëntisme de heilsleer is van het liberalisme:

  • Zij onderscheidt twee werelden, namelijk de noumenale en de fenomenale werkelijkheid.

  • Ze formuleert de rituele denkprocessen en handelingen om repeterende processen te verklaren.

  • Ze claimt dat ze de enige methode van waarheidsvinding is.

  • Middels de liberale heilsverwachting kan het individu zijn mentale onbehagen opheffen in het grotere geheel van een liberale welvaartsstaat.

  • Daarbij komt dan nog dat deze heilsleer haar ‘priesters’ heeft in de vorm van professoren en wetenschappers die de elite vormen van de liberale maatschappij.

Op grond hiervan kan gerust gesteld worden dat ook het liberalisme een seculiere pseudoreligie is.

 

Conclusie

Samengevat kan ik de stelling van de redactie onderschrijven dat de ‘onstuitbare ontkerkelijking’ heeft geleid tot allerlei pseudoreligies, die de ‘leegte van zielen’ met hun heilsleren trachten te vervullen. Ook kan ik onderschrijven dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen religies en pseudoreligies. Dit onderscheid ligt met name op het vlak van het zogenaamde twee-wereldenconcept: de stoffelijke of verschijnende en de geestelijke of de niet-kenbare wereld. Voor de ‘ware’ of traditionele religies heeft dit onderscheid een absoluut karakter, voor de pseudoreligies is dit onderscheid relatief of transitief. Met inachtneming van de genoemde criteria voor pseudoreligies, is het mogelijk de vele sociale ideologieën waaronder het liberalisme, seculiere pseudoreligies te noemen.
   Met Haroon Sheikh (zie boven) ben ik het eens dat ‘mensen – ook al zijn ze zich daar zelf niet altijd van bewust – zich verbonden willen voelen met de traditie waaruit ze voortkomen. We hebben misschien geen rituelen, gebeden of bezweringen meer nodig om het land te bewerken, maar wél om niet ontworteld te raken en zin te ervaren in ons eigen leven en in onze gemeenschappen.’ Die rituelen en bezweringen hebben we trouwens hard nodig om het land zodanig te bewerken, dat we in de toekomst op een meer duurzame wijze dan momenteel ons voedsel verkrijgen. Daarvoor hebben we wel een andere pseudoreligie nodig dan het liberale kapitalisme en zijn sciëntistische heilsleer.

 


Noot

 

[1] Ook het populisme kan geschaard worden onder de kop pseudoreligie. In een dubbelinterview met Thierry Baudet en Tommy Wieringa (Vrij Nederland) vertelde Baudet dat het ‘project van zijn leven’ eruit bestaat de ‘heelheid van de wereld’ te herstellen. Die heelheid zou volgens hem vóór de Eerste Wereldoorlog nog bestaan hebben. Ook hier twee werkelijkheden, het bestaan van een groter geheel waaraan wij als individu deel kunnen nemen, en een ‘hogepriester’ (Baudet) die het als zijn taak ziet ons naar dat grotere geheel te leiden.